In het debat ging het heel vaak over oude bosgroeiplaatsen met ‘lage natuurwaarde’. Hierover was veel verwarring.
- De provincie weet niet om welke gebieden het precies gaat, maar schat dat het gaat om ongeveer 20% van de oude bosgroeiplaatsen buiten het GNN. Zo’n 400 hectare dus.
- Er lijkt consensus te zijn binnen PS dat niet koste wat kost alle, dus ook de laagwaardige plekken, beschermd moeten blijven door de provincie. Probleem is dat het onderzoek van al die honderden, misschien zelfs duizenden, gebiedjes ingewikkeld, tijdrovend en duur zal zijn.
En nu?
De oplossing ligt voor de hand; diverse fracties kwamen met die suggestie: als er een goed afwegingskader is kan van geval tot geval besloten worden of de plek beschermwaardig is op het moment dat er vraag is naar een andere functie op die plek.
De provincie Utrecht werkt met een dergelijk systeem. Provinciale Staten hoeven dan niet meer te worden geconsulteerd in een wensen- en bedenkingenprocedure.
Dit is een interessante optie. Jammer genoeg pakte de gedeputeerde pakte de handschoen niet op, hij constateerde alleen dat er geen meerderheid voor het voorstel van GS was. Maar dit debat was een consultatie, waarbij niets in stemming werd gebracht. De politieke situatie is nu enigszins mistig. Wel hebben drie partijen (JA21, Partij van de Arbeid en VVD) gemeld dat ze overwegen een motie in te dienen.
Op 5 februari is de Statenvergadering. Dan zullen we zien of GS het voorstel heeft ingetrokken, of er moties zijn ingediend of dat het voorstel met meerderheid wordt aangenomen. Hoe dan ook – onze brief heeft er zeker voor gezorgd dat er diverse serieuze vraagtekens zijn gezet bij het voorstel van GS.
We zouden graag zien dat de bescherming van oude bosgroeiplaatsen een betere inhoudelijke basis krijgt, zodat de afwijkingsbevoegdheid van GS duidelijker afgebakend wordt. Maar dan is er een zorgvuldiger en met minder haastige spoed opgeschreven voorstel nodig dan deze ene statenbrief.
* Je vindt hier de open brief en de 52 organisaties de brief ondertekenden.
(De foto’s op deze pagina zijn van René van Loon).