Beleid bescherming houtopstanden

Hoe is de bescherming van houtopstanden geregeld?

We maken ons al geruime tijd hard voor de bescherming van oude bosgroeiplaatsen. Hoe is dat eigenlijk geregeld, wat is de verantwoordelijkheid van Rijk, provincie en gemeenten?

Houtopstanden worden beschermd door het Rijk

De regels voor het vellen en de herplantplicht van houtopstanden zijn vastgelegd in het Besluit Activiteiten Leefomgeving (Bal). Het Bal regelt de herplantplicht met als oogmerk de natuurbescherming, het in stand houden van bosareaal in Nederland en het beschermen van landschappelijke waarden (artikel 11.112.1). Door de herplantplicht wordt automatisch geborgd dat een perceel als bos in stand blijft, ook al worden de bomen geveld. Het Bal wijst Gedeputeerde Staten aan als bevoegd gezag voor het merendeel van de gevallen (11.113) en zij kunnen maatwerkregels vaststellen (11.117).

Zeer kleine houtopstanden (kleiner dan 1000 m2 of minder dan 20 bomen) vallen niet onder het Bal.

Maatwerkregels Provincie

In de omgevingsverordening is de bescherming van oude bosgroeiplaatsen geregeld in artikel 7.27. Dit artikel regelt maatwerk voor herplantplicht van houtopstanden. GS kunnen ontheffing geven voor de herplantplicht door herbeplanting op andere grond. Die ontheffing kan echter niet gegeven worden voor oude bosgroeiplaatsen (7.27 lid 2g).

GS hebben een afwijkingsbevoegdheid om dit alsnog toe te staan vanwege een overtreffend maatschappelijk belang (1.4a). Voor deze afwijkingsbevoegdheid geldt de wensen- en bedenkingenprocedure waarbij Provinciale Staten gehoord wordt (1.9).

Rol en taak gemeenten bij kap en herplant

Het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) bevat een instructieregel dat gemeenten een bebouwingscontour houtkap moeten vaststellen (Bkl artikel 5.165a). Dit is onderdeel van het gemeentelijk omgevingsplan. Met deze contour stelt de gemeente vast wat zij beschouwt als buitengebied, én daarmee ook voor welke houtopstanden de provincie het bevoegd gezag is.

Voor houtopstanden en bomen binnen deze contour geldt het gemeentelijk kapbeleid. Ook voor houtopstanden in het buitengebied kleiner dan 1000 m2 / 10 are of van minder dan 20 bomen geldt het gemeentelijk kapbeleid. Veel gemeenten hanteren een positieve bomenlijst: bomen en houtopstanden die niet op deze lijst staan mogen vergunningvrij gekapt worden.

Voorbeeld: provincie Utrecht

Voor de provincie Utrecht heeft de Wageningen University and Research een systematiek ontwikkeld voor ecologische waardebepaling van oude bosgroeiplaatsen[1]. Op basis van deze systematiek stelde de provincie beschermingsregels op als instructieregel voor gemeenten, plus een handreiking voor gemeenten en initiatiefnemers hoe om te gaan met deze regel bij ruimtelijke ontwikkelingen[2].  Door deze werkwijze zijn Utrechtse gemeenten verantwoordelijk voor de bescherming en instandhouding van de oude bosgroeiplaatsen en houdt de provincie toezicht op een zorgvuldige en deugdelijke uitvoering van de instructieregels.

[1] WUR rapport 3152, Oude bosgroeiplaatsen in de provincie Utrecht, Ecologische onderbouwing en begrenzing, R.J. Bijlsma en H.G.J.M. Koop

[2] https://www.provincie-utrecht.nl/sites/default/files/2024-04/Handreiking%20bij%20instructieregel%20oude%20bosgroeiplaatsen.pdf

Profiel Maarten Witberg

Maarten Witberg

Ruimte en gebiedsontwikkeling