Geplaatst op 02-12-2019 in Nieuws.
Langzaam herstel van verdroogde vijver op Landgoed Enzerink
De natuur in Gelderland heeft het moeilijk. Dat komt door de extreme droogte van afgelopen seizoenen, door de versnippering van gebieden en door belasting met een overmaat aan stikstof. In een ingezonden brief in De Gelderlander en De Stentor geven Natuurmonumenten, Stichting Landschapsbeheer Gelderland en de Gelderse Natuur en Milieufederatie hun visie op het belang van de natuur. Lees hieronder de tekst van de brief.
‘Niet alles kan’. Dat is het motto voor de oplossing van het stikstofprobleem. Het motto moest leiden tot het inzicht dat de stikstofuitstoot in diverse sectoren omlaag moet omdat dit te veel druk geeft op onze leefomgeving. Dat het nu ook wordt uitgelegd dat natuur niet overal kan, gaat voorbij aan het feit dat al decennialang problemen worden afgewenteld op de natuur. We moeten de laatste natuurgebieden die er nog zijn juist goed beschermen en actief herstellen.
Neem bijvoorbeeld het Deelerwoud op de Veluwe, het Binnenveld en het Korenburgerveen. Deze natuur gaat ons aan het hart, net als alle andere kleine en grote natuurgebieden in Gelderland.
Het Deelerwoud is een relatief rustig gebied tussen de Hoge Veluwe en de Veluwezoom. Rustig voor mensen en voor dieren. Het wild is er veilig. Landschappelijk is het prachtig en afwisselend met uitgestrekte bossen en heidevelden in een glooiend landschap. Een gebied waar de raaf zich laat horen. In het voorjaar zijn er veldleeuweriken, graspiepers en vliegenvangers. Deze waarden staan onder druk: de afname van het aantal insecten bijvoorbeeld betekent dat er minder voedsel voor de vogels is. Diverse soorten van de heide op de Veluwe hebben het heel moeilijk, zoals het rozenkransje, valkruid, de zadelsprinkhaan en de grote parelmoervlinder. Minder stikstof in en buiten natuurgebieden is een voorwaarde om deze negatieve trend te keren.
Het Binnenveld tussen Wageningen en Veenendaal is afgelopen jaar veel geprezen als initiatief voor particuliere natuurontwikkeling. Delen van het Binnenveld, de Blauwe Hel, Hel en Bennekomse Meent, vormen een klein Natura 2000 gebied met beschermde blauwgraslanden. De unieke waarden van dit gebied zijn ontstaan door het kwelwater dat hier omhoogkomt vanuit het Veluwemassief en de Utrechtse Heuvelrug. Het kwelwater is voedselarm; daarom kunnen hier planten groeien die elders door snelgroeiende woekerende planten worden verdrongen. Ook vind je hier zeldzame dieren als de grote modderkruiper, de watersnip en de moerassprinkhaan. Het Natura 2000 gebied met blauwgrasland in het Binnenveld is ‘slechts’ 15 hectare groot, maar wel uniek voor Nederland en juist daarom belangrijk om te beschermen.
In de Achterhoek ligt het Korenburgerveen waar nog levend hoogveen aanwezig is. Ons land telt nog maar honderd hectare hoogveen, dus dat is bijzonder. Afgelopen jaren is gewerkt aan herstel door het waterpeil hoger te zetten en het gebied veel rust te gunnen. In het Korenburgerveen vind je het zeldzame veenmos en is de kraanvogel teruggekeerd. Met diverse soorten en leefgebieden in de Achterhoek gaat het echter nog niet goed. De bruine vuurvlinder is onlangs zelfs verdwenen.
De verscheidenheid aan natuur, aan leefgebieden, planten en dieren is belangrijk voor de biodiversiteit. En de nabijheid van natuur is belangrijk voor Gelderlanders, om van te genieten, te ontspannen en te bewegen.
Te veel stikstof is een van de belangrijke oorzaken van de achteruitgang van de natuurgebieden. Het leidt tot een verarming van de soortenrijkdom en hindert het herstel. Niet alleen in de Europees beschermde natuur, maar in al onze natuurgebieden en het landelijk gebied. Daarom moet effectief stikstofbeleid onderdeel uitmaken van een samenhangend natuurherstel. Een robuust ruimtelijk natuurnetwerk en het aanpakken van problemen met droogte horen daarbij. Het is tijd voor keuzes, voor kwaliteit en een leefbaar Gelderland.
Stikstof – De crisis voorbij, Gelderse Natuur en Milieufederatie