Geplaatst op 06-03-2020 in Nieuws.
De Gelderse Natuur en Milieufederatie heeft op 4 maart deelgenomen aan de Ronde Tafel van Provinciale Staten in het kader van de Strategische Agenda Biomassa. Het was tijd voor een frisse blik op biomassa. Hieronder vind je onze bijdrage.
Biomassa wordt nog vaak als reststroom betiteld in plaats van als grondstof. Afwegingen voor de beschikbaarheid en toepassing van biomassa moeten worden gemaakt vanuit integrale duurzaamheid, en rekening houden met biodiversiteit, kringloop van mineralen, leefomgeving, uitstoot en vastlegging van CO2.
Biomassa is naar onze mening geen grootschalige bron van duurzame energie. De reden daarvoor is dat er sprake is van een ‘CO2-schuld’. Het verbranden van biomassa zorgt per eenheid energie voor meer CO2-uitstoot dan fossiele energie. En het duurt 5 tot 50 jaar voordat deze CO2 weer in bomen en landschap is vastgelegd.
Is er dan toch biomassa beschikbaar voor energetische toepassingen? Ja, binnen het volgende stappenplan:
Volgens Probos (2018) wordt het aanbod uit Gelderse bossen en landschap voor meer dan 76% benut. Dat is exclusief de recente nieuwe installaties. Het potentieel uit de regio is intussen derhalve al benut.
Realisatie van nieuwe landschapselementen en nieuw bos is zeer gewenst, om ten minste drie redenen: vastlegging van CO2, versterking van het landschap en herstel van biodiversiteit. Het effect van deze nieuwe vegetatie voor energie uit biomassa zal echter relatief zijn en bovendien niet op korte termijn beschikbaar.
Wij vinden import van biomassa niet passen binnen de regionale kringloopgedachte. Het leidt tot veel logistieke bewegingen en tot uitvoer van mineralen en organische stof elders. Bovendien zijn er zorgen over boskap en bosomvorming.
Huidige biomassa-installaties vormen nog te vaak een risico voor de leefomgeving vanwege uitstoot van stikstof, fijnstof e.a. Scherpere normen voor de uitstoot van stof en NOX zijn nodig. Kleinere installaties presteren slechter en worden niet of minder genormeerd. Dat moet anders. Volgens het Klimaatakkoord (2019) vindt een aanscherping van emissienormen pas in 2022 plaats. Dan zijn er weer diverse biomassacentrales met te hoge luchtuitstoot gebouwd.
Ook het vérgaand terugdringen van de uitstoot uit particuliere stook vinden wij een belangrijk aspect.
Het PBL publiceert begin april 2020 het eindrapport over beschikbaarheid en toepassingsmogelijkheden van biomassa binnen Nederland. De SER zal op basis van deze studie een advies uitbrengen. Het advies betreft een breed duurzaamheidskader voor alle typen biomassa en alle toepassingsmogelijkheden, waarbij cascadering en hoogwaardige inzet van biomassa als belangrijke uitgangspunten worden gezien.
Wij adviseren deze rapportage in de verdere uitwerking van de Strategische Agenda te betrekken.
Mestvergisting dient aan vergelijkbare principes onderworpen te zijn. Voorop staat het doel voor kringlooplandbouw. Dat is nodig vanwege de te hoge stikstof- en fosfaatemissies, drinkwater- en bodemkwaliteit. We werken aan afbouw van het mestoverschot, en daarmee aan een belangrijke prikkel voor mestverwerking.
Co-mestvergisting vindt plaats in grootschalige installaties, die bovendien nadelen met zich meebrengen voor de omgeving als gevolg van verkeersbewegingen en/of stank. In het digestaat zitten meer mineralen dan er aan dierlijke mest in gaat. Wij vinden co-mestvergisting daarom zeer ongewenst.
Mono-mestvergisting op kleine schaal kent die bezwaren niet, en is daarom in theorie mogelijk.