Gebruikers van agrarische gronden trekken steeds meer bermen, randen en houtwallen bij hun percelen die niet hun eigendom zijn. Zij maaien deze stukken mee en soms wordt het gaandeweg agrarisch gebruikt. Dit is een bedreiging voor vlinders, insecten, vogels en kleine zoogdieren, omdat hun leefgebied en de verbindingszones verdwijnen. Dat handhaving hierop loont, laat de gemeente Berkelland zien.
De gemeente Berkelland intensiveerde afgelopen jaar de handhaving in het buitengebied, nadat alarm werd geslagen over het verdwijnen van het coulisselandschap en de bloemrijke bermen in de Achterhoek. Inmiddels lopen er 75 handhavingszaken.
Niet zelden worden stukken natuur meegeploegd en omgezet naar landbouwgrond, waarna de grond verkeerd wordt geregistreerd bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Zo worden houtwallen, bermen en schouwpaden dan onterecht opgegeven als landbouwgrond. Door de opgaves te controleren met het bestemmingsplan en eigendomskaarten van het kadaster, is snel na te gaan of gronden ten onrechte voor agrarische doeleinden benut worden. Overigens heeft een aantal gemeenten in de Achterhoek afgelopen zomer een brandbrief geschreven naar Den Haag waarin opgeroepen wordt voor een andere registratie en een betere controle bij de RVO.
Overheden als gemeenten en waterschappen hebben veel grond in beheer zoals bermen, slootranden, schouwpaden enz. Alleen al in de Achterhoek wordt dit geschat op ruim 5000 ha grond (zo’n 3,5% van het oppervlakte). Als gemeenten en waterschappen hun grond weer terugeisen en ecologisch gaan beheren, is dat goed voor het landschap, maar ook voor insecten en vogels. Dit kán, zo bewijst de gemeente Berkelland, waar zo’n 85 handhavingsverzoeken tegen landjepik en het vernietigen van landschapelementen lopen. De GNMF roept daarom alle gemeenten en waterschappen op het goede voorbeeld van Berkelland te volgen.
We heten vanaf nu Natuur en Milieu Gelderland. Voor jou verandert er niets. Meer lezen over onze nieuwe naam